terug naar de startpagina

 

De Kapelse molens zijn al uitvoerig aan bod gekomen op de Facebookpagina "Ge zijt van Kapellen ..." … maar er bestond wat twijfel over hoeveel er nu op het grondgebied van de oude gemeente Kapellen stonden. Dat hebben we dan ook eventjes uitgezocht. En alle bronnen wijzen op slechts twee molens … eentje in de Ertbrandstraat en eentje aan de Hoevensebaan.

DE ERTBRANDMOLEN - Ertbrandstraat

De Ertbrandmolen was een houten korenwindmolen op het gehucht Ertbrand (Putte-Kapellen) en staat voor het eerst aangeduid op de Ferrariskaart van ca. 1775, maar vermoedelijk was hij al eerder opgericht. Deze molen in de Ertbrandstraat werd – onder molenaars – een “halfgesloten standaardmolen” genoemd. In het kadaster van 1829 staat volgende beschrijving: "in hout vervaardigd, eenen omgang en twee paar steenen die niet gelijktijdig kunnen werken. Gunstig gelegen in het gehucht den Ertbrand ".

De molen was een tijdje – tot 1821 - in het bezit van een Duitse gravenfamilie – de prinsen van Salm-Salm - die via huwelijken banden met Kapellen had opgebouwd. Maar ook andere eigenaars en molenaars hadden deze molen in hun bezit. De molen werd vernield bij de doortocht van de Duitsers in 1914.

 

DE MOLEN HERMANS - Hoevensebaan

De molen Hermans was een houten korenwindmolen aan de Hoevensebaan. Deze molen was – in het molenaarslatijn – een “gesloten standaardmolen”. Dit was de jongste van de twee en hij werd opgericht in 1801 door Jan Baptist Spruyt. In het kadaster van 1829 werd hij als volgt omschreven: "in hout vervaardigd, eenen omgang en twee paar steenen die niet gelijktijdig kunnen werken. Gunstig gelegen in het dorp en tegen de gemeente Stabroek".

In 1907 – zo’n honderd jaar na zijn oprichting – werd deze molen gesloopt, nadat verschillende eigenaars deze (al dan niet kortstondig) in hun bezit hadden gehad. Marinus van Tilborg-Schoonen, molenaar afkomstig uit Wouw (NL) kocht de molen in 1901, maar brak hem zes jaar later af. De opbrengst van de verkoop was minimaal. Of zoals het vakblad “De Belgische Molenaar” meldde: “Naar men bericht zijn de verschillende deelen van den afgebroken molen te Cappellen, goedkoop verkocht. Er waren veel kijkers maar weinig koopers.”.

Hugo De Hoon